Binnenvaartmuseum Nijmegen, verborgen pareltje aan de Waalhaven

| Luus Veeken

De ligging aan de Waal geeft Nijmegen een sterke band met de binnenscheepvaart. Dat aan boord van het schip de Jos Vranken in de Waalhaven sinds een jaar of wat zelfs een speciaal Binnenvaartmuseum gevestigd is is nog maar mondjesmaat bekend. IntoNijmegen redacteur Luus Veeken bezocht dit museumpareltje en sprak met oud-schipper tevens museumgids Geert Lameijer en zijn vrouw Jenny Brevoord.

Schipperscentrum in de Waalhaven

In de Waalhaven ligt sinds jaar en dag de Jos Vranken, een schip met een bijzondere functie. Het herbergt het Katholiek Sociaal Cultureel Centrum (KSCC) voor de binnenvaart-, kermis- en circusgemeenschap, in de wandeling aangeduid als Het Schipperscentrum. Een plaats van samenkomst voor deze altijd onderweg zijnde bevolkingsgroepen. Hier komen ze samen voor de zondagsmis, voor feesten en bijeenkomsten en natuurlijk om elkaar te ontmoeten. Aalmoezenier Bernhard van Welzenes runt het centrum met enkele vaste krachten en met een aantal vrijwilligers.

Oorspronkelijk raderboot

De Jos Vranken was oorspronkelijk een stoomraderboot, voortbewogen door twee grote raderen, gebouwd in 1925 in Dresden, Duitsland. De sfeervolle passagiersboot was in gebruik voor dagtripjes. Na de Tweede Wereldoorlog heeft het schip dienstgedaan als troepentransportschip voor het Engelse leger. Het is uiteindelijk aangekocht door een Nederlander, de man wiens naam het schip nu draagt: Jos Vranken. Sinds de jaren tachtig ligt het schip in de Waalhaven in Nijmegen.

Museumpje in het vooronder

In het vooronder van de Jos Vranken bevindt zich een kleine parel, het Binnenvaartmuseum Nijmegen. Museumgids Geert Lameijer, dertig jaar lang zelf gevaren als binnenvaartschipper en later als kapitein op een rondvaartboot in Amsterdam, troont mij mee langs de vitrines en uitstallingen met scheepsmodellen, scheepsattributen, scheepsfoto’s uit vroegere tijden, ondertussen honderduit vertellend.

Sleepboten

‘Vroeger hadden veel binnenvaartschepen geen motoren’, vertelt Geert. ‘Ze werden gesleept en daarom sleepboten genoemd. Een sleper trok vaak wel zes schepen tegelijk, als een treintje achterelkaar’. En hij laat op een foto zien hoe dat in zijn werk ging. Iedere sleepboot was apart verbonden met de sleper.

Goed gedraaid, groter schip

Zijn eigen vader heeft vier verschillende schepen gevaren, aanvankelijk vooral in noordoost Nederland, later ook over het IJsselmeer, naar het westen van het land. ‘Mijn vader begon met een bol, een klein type binnenschip. Later kocht hij een wat groter schip waar hij een dieselmotor in heeft laten bouwen. Wanneer het schip goed gedraaid had, kon hij zich een wat groter schip veroorloven. Zo ging dat toen’, aldus Geert.

Varende school

Geert en zijn vrouw Jenny groeiden beiden op een binnenvaartschip. Het leven van schipperskinderen was vroeger niet gemakkelijk. ‘Ik ging naar de varende school’, vertelt Geert. ‘Nou ja, varend’, relativeert hij, ‘eigenlijk was ik degene die voer en niet de school. Je kreeg opdrachten en schoolspullen mee en je moest thuis op het schip zelf aan het werk. Als we ergens langer lagen, dan ging ik daar een paar dagen naar school. Echt vriendjes maken is dan natuurlijk lastig’. Jenny vult aan: ‘Naar een schippersinternaat was er bij ons niet bij, dat moesten mijn ouders zelf betalen. Vanaf mijn negende jaar ben ik wel gewoon naar school gegaan. Ik woonde toen bij een particulier in huis en ging naar de schippersschool’. Ook Jenny vond het leven als kind aan boord niet gemakkelijk. ‘Ik koos voor een leven aan de wal. Zelf wilde ik later per se thuis zijn voor mijn kinderen, aldus Jenny. ‘Een schipper trouwen wilde ik daarom niet’. Haar eerste man was inderdaad geen schipper.

Schippersbeurzen

De binnenvaartwereld is erg veranderd, vertelt Geert. ‘Vroeger waren er schippersbeurzen door heel Nederland. Als je een vrachtje zocht als schipper, dan ging je naar een van die beurzen. Daar werd de vracht tegen vaste tarieven evenredig verdeeld over de schippers. Soms lag je daar met je schip wel een week te wachten op een vracht. Het was een ontmoetingspunt voor schippers en hun familie. Heel gezellig’. Jenny knikt instemmend. De schippersbeurzen zijn eind vorige eeuw afgeschaft. Met het verdwijnen van de schippersbeurzen verdween ook de gezelligheid en de gemeenschapszin. ‘Voortaan moesten we alles zelf uitonderhandelen en je zag weinig mensen meer. Het sociale aspect is er niet meer’, zucht Jenny een beetje weemoedig.

Woning aan de wal

Tegenwoordig hebben de meeste families een eigen woning. Vrouw en kinderen wonen aan de wal en voor de schipper is het veertien dagen op, veertien dagen af. Na veertien dagen wordt de schipper afgelost, hij takelt zijn auto van boord en rijdt naar huis. De opstapper takelt zijn auto aan boord en vaart verder. Wie weleens langs de Waalkade loopt, kent het wel.

Ook Geert en Jenny wonen aan de wal. Geert is op een gegeven moment overgestapt naar het rondvaartwezen; kapitein op een rondvaartboot. Het beste van twee werelden: aan wal wonen en toch varen. In Amsterdam nog wel!

Vandaag de dag zet hij je samen met zijn vrouw Jenny je veilig over met het fietserspontje van Beuningen naar Slijk-Ewijk. Of andersom natuurlijk. Jammer dat het pontje vanwege laag water voorlopig uit de vaart genomen is.

Wil je meer weten van de Binnenvaart? Oud-schippers leiden je graag rond op de Jos Vranken aan de Waalhaven en vertellen en passant heel veel over het leven aan boord van zo’n schip.

Binnenvaartmuseum Nijmegen

Waalhaven Nijmegen
Geopend: dinsdag en zaterdag, 12-16 uur. Voor groepen op afspraak ook op andere dagen mogelijk.
Toegang gratis

Fotografie: Wilger Brevoord

Dit vind je misschien ook leuk...