Op pad met de stadsecoloog: Bloemen van elders

| Stadsecoloog

Ingeborg Swart is stadsecoloog bij de gemeente Nijmegen. Ze is dol op alles wat groeit en bloeit en neemt anderen graag mee in haar enthousiasme. Er is immers zoveel prachtig groen te vinden in Nijmegen! Voor haar is het een uitdaging om op de meest onverwachte plekken planten of dieren te spotten. Tegelijk werkt ze er aan om de stad nog groener en gezonder te krijgen. Deze keer vertelt ze over bloemen van elders.

Bloemen van elders

Langzaam komt het voorjaar op gang. In bomen zie je al knoppen verschijnen en kruiden wagen een paar groene sprieten boven de grond. De bolletjes in tuinen en bermen zijn er echter vroeg bij. Hen kun je al uitbundig zien bloeien. Bijvoorbeeld de krokus. Maar wat weet jij over de geschiedenis daarvan?

Hoe een krokus er uit ziet, dat hoef ik waarschijnlijk niet uit te leggen. Twijfel je even welk bolletje ook alweer welke naam had, dan hoef je maar naar de plaatjes hierboven en –onder te kijken en je weet weer welke de krokus is. Er zijn overigens veel verschillende soorten krokussen en nog meer gecultiveerde typen. Omdat de bolletjes al zo lang zo populair zijn in tuinen zien kwekers hun kans en proberen ze telkens weer nieuwe versies te maken. De algemene vorm blijft daarbij altijd ongeveer hetzelfde. Je kunt ze dus altijd wel herkennen.

Krokussen kom je overal in de stad tegen. Vooral in tuinen en bermen zal je ze nu veel zien. Ook op en rond begraafplaatsen voelen ze zich erg thuis, of bijvoorbeeld in de stadsparken of in het groen van Zwanenveld.

Hoewel ze tegenwoordig zo’n bekend beeld zijn, komen krokussen oorspronkelijk helemaal niet voor in Nederland. Vroeger groeiden ze vooral in Azië en centraal en zuid Europa. In de loop der tijd zijn ze onze kant op gekomen, in de schaduw van de tulp, die destijds een manie veroorzaakte. Andere bolgewassen zoals de krokus waren ook zeldzaam en gewild, maar iets minder in de mode. In de zestiende eeuw deed hij zijn intrede in ons land en in de zeventiende eeuw stonden krokussen in de diverse botanische tuinen in Duitsland en Nederland. Botanici schreven toen al over verschillende soorten en gaven aan welke uit Europa of Azië kwamen.

De krokus met de meeste betekenis voor mensen is waarschijnlijk de saffraankrokus. Zoals de naam al doet vermoeden komt daar de saffraan vandaan. Bij ons in het land groeit hij niet heel veel, al kun je hem prima zelf kweken. Uit delen van de stampers kun je de saffraan winnen. Dat lijkt een rendabele bezigheid, omdat saffraan het duurste specerij ter wereld is, maar valt stiekem tegen. Voor een kilo saffraan heb je ongeveer 152.000 bloemen nodig en moet je bij elke bloem heel voorzichtig de kostbare delen er uit plukken. Dan kun je er beter van genieten in je tuin, toch? 

Maak je binnenkort een wandeling, dan kun je eens proberen hoeveel verschillende krokussen je tegenkomt. In ons land bloeien op dit moment in het wild de gele, bonte, vroege en boerenkrokus. In tuinen zal je daarnaast snel gekweekte varianten tegenkomen. Zowel de wilde als de gekweekte zijn soms zo nauw verwant, dat ze uit zichzelf al met elkaar kunnen kruisen. Bovendien lijken ze voor het oog erg op elkaar. Wil je de specifieke ondersoort bepalen, dan heb je al snel een vergrootglas nodig. Misschien is dat iets te veel gedoe op je lunchommetje.

Geniet dus vooral van de bloemenpracht en verwonder je over de kleuren en massa’s bloemen die je tegenkomt.

Dit vind je misschien ook leuk