Nationaal Onderwijslab AI zoekt naar slimme digitale onderwijsinnovaties

 » Werk & ondernemen » Nijmegen innoveert

Het Nationaal Onderwijslab AI voor innovatieve producten op gebied van kunstmatige intelligentie gaat onderzoek doen naar intelligente digitale onderwijsinnovaties. Vandaag (6 oktober) gaat het lab aan de Radboud Universiteit officieel open.

Het gebruik van intelligente technologieën in het klaslokaal is de laatste jaren sterk toegenomen. Om kansen te benutten en ongewenste effecten te voorkomen, is nu het Nationaal Onderwijslab AI (Nolai) opgericht. De Radboud Universiteit is penvoerder, maar diverse universiteiten, hogescholen, schoolbesturen en ondernemers zijn erbij betrokken.

80 miljoen euro

Het Nationaal Groeifonds heeft 80 miljoen euro ter beschikking gesteld voor de ontwikkeling van het NoIai. “Er zijn twee hoofdlijnen binnen het lab”, vertelt Inge Molenaar, directeur van het Nolai en universitair hoofddocent bij het Behavioural Science Institute (BSI) van de Radboud Universiteit. “We gaan met het onderwijsveld aan de slag om programma’s te ontwikkelen én we gaan wetenschappelijk onderzoek doen.”

Behoeften onderwijs

“Tot nu toe heeft de markt vooral bepaald wat voor programma’s er in het klaslokaal worden gebruikt. Zij bieden hun producten aan en het onderwijs neemt af, zonder daarbij echt eigen keuzes te maken over wat ze belangrijk vinden voor hun leerlingen”, zegt Molenaar. “We gaan nu bekijken waar de behoeften van het onderwijs liggen. Wat zouden zij graag zien en gebruiken? Daarnaast valt er technisch ook nog wel wat te verbeteren. Een programma kan prima aangeven of het antwoord van een leerling goed of fout is, maar het is een stuk lastiger om de juiste feedback aan de leerling te geven over wat er fout gaat.” 

Verantwoord

Adaptieve leermiddelen zoals Snappet, Gynzy of Oefenweb, hebben zeker meerwaarde en worden al volop gebruikt in de klas. Molenaar: “De leerkracht zal ook in de toekomst niet worden vervangen door een computerprogramma, maar dat AI meer ingezet zal worden als leermiddel is onvermijdelijk. Toen er thuisonderwijs werd gegeven vanwege corona, stonden veel ouders te kijken van alle mogelijkheden die er al zijn. Maar dat moet natuurlijk wel verantwoord gebeuren. Wil je bijvoorbeeld dat een docent kan zien hoe lang en op welk tijdstip jouw kind aan een opdracht heeft gewerkt?”

Impact in de klas

Daarom wordt er naast het ontwikkelen van de programma’s wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de impact van AI in het onderwijs. Dit gebeurt zowel op pedagogisch/didactisch vlak, als ook op het gebied van ethiek en privacy. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan vragen als: wat voor regelgeving is er (internationaal) nodig, hoe zorg je dat een programma de juiste feedback geeft aan de leerling. Wat voor informatie mag je wel of niet opslaan en hoe kun je ervoor zorgen dat alle leerlingen iets hebben aan de ontwikkelingen?

Onderwijsvraagstukken

“Ons onderzoek richt zich op de kansen die de technologie biedt”, zegt Molenaar. “Je kunt leerlingen meer inzicht geven in hun eigen leerproces. Leraren kunnen meer tijd en ruimte krijgen om leerlingen persoonlijk te begeleiden. Ook kan het slim inzetten van AI bijdragen aan de grote onderwijsvraagstukken van deze tijd, zoals kansenongelijkheid en werkdruk.” 

Co-creatie

Tijdens de startbijeenkomst van het Nolai zijn co-creatiegesprekken gevoerd en is er informatie opgehaald over wat de wensen zijn voor de programma’s. “De afgelopen tijd hebben we hard gewerkt aan het opzetten van het Nolai, nu gaan we dus echt aan de slag”, zegt Molenaar. Het Nolai heeft financiering voor tien jaar gekregen en is uniek in zijn opzet binnen Europa. “De komende tijd zal er op Europees niveau regelgeving komen voor AI in het onderwijs en het Nolai zal daar zeker een rol in spelen.” 

Dit artikel verscheen eerder op Innovation Origins.

Dit vind je misschien ook interessant...