Canon van Nijmegen: N.E.C., van volksclubje tot eredivisievoetbal

Nijmegen bulkt van de historische verhalen. Over kopstukken en gewone lieden, wijken en politieke gebeurtenissen. In de Canon van Nijmegen zijn de belangrijkste verhalen over Nijmegen geselecteerd. Een van die verhalen gaat over de geschiedenis van onze favoriete voetbalclub: N.E.C. En die geschiedenis klinkt als die van een spannend boek. Van een volksclubje zonder vast speelterrein groeide N.E.C. uit tot een landelijk spelende voetbalvereniging.

1900-1908: oprichting Nijmegen Eendracht Combinatie

Enkele daadkrachtige volksjongens uit de benedenstad richtten in het jaar 1900 een voetbalclub op en noemden hem Eendracht. Dat alleen al was bijzonder, omdat voetbal indertijd nog een sport voor heren heette, zoals de chique Nijmeegsche Cricket-, Voetbal- en Athletiekvereniging Quick bewees. En zoals dat in jongensboeken gaat, was Eendracht snel succesvol. Het volksclubje werd meteen kampioen van de in 1903 gevormde Nijmeegse Voetbalbond, en enkele jaren later ook van de Geldersche Voetbalbond, waarna promotie volgde naar de Tweede Klasse van de nationale voetbalcompetitie. In 1910 fuseerde Eendracht met een nog jongere voetbalclub: Nijmegen. Deze was in 1908 opgericht door voormalige leden van Quick die zich in die elitaire vereniging niet langer thuis hadden gevoeld. Na de fusie ging de club verder als Nijmegen Eendracht Combinatie, ofwel N.E.C.

1936-1945: promotie tot de eredivisie en een eigen speelveld

Aan voetbalkwaliteiten had N.E.C. geen gebrek, aan financiën des te meer. De club had nu eenmaal geen welgestelde achterban. Hij hoorde noch bij het protestants-liberale, noch bij het katholieke deel van Nijmegen. In kringen die de club niet goedgezind waren, zoals op het stadhuis, werd N.E.C. wel als een socialistische of zelfs communistische vereniging afgeschilderd. Tot de jaren twintig had de club niet eens een eigen speelveld en moesten de wedstrijden steeds op een andere plaats worden gespeeld. Na jarenlang aan de deur van de Eerste Klasse te hebben geklopt, kon N.E.C. uiteindelijk in 1936 de promotie bewerkstelligen. Diverse keren behaalde de club daarna de oostelijke titel en tweemaal, in 1939 en in 1947, zelfs de derde plaats van Nederland.

Vanaf 1945 speelde N.E.C. in De Goffert, toentertijd in grootte het derde stadion van Nederland, na het Olympisch Stadion te Amsterdam en De Kuip in Rotterdam. Dankzij de sportieve successen bracht het nieuwe stadion met zijn grote capaciteit aanvankelijk louter voordelen (grote bezoekersaantallen en dus hoge recettes), maar toen het met N.E.C. in de jaren vijftig bergafwaarts ging en de club minder toeschouwers trok, bleek ook hoe kil en sfeerloos De Goffert kon zijn.

1954-nu: dalen en pieken

Ten tijde van de invoering van het betaald voetbal in Nederland (1954) verkeerde N.E.C. sportief en financieel in een dal. Jarenlang nog zou de club in de onderste regionen van het betaald voetbal vertoeven. Mede dankzij financiële steun van de gemeente kroop N.E.C. in de jaren zestig weer omhoog. In 1964 promoveerde de club naar de Eerste Divisie en drie jaar later naar de Eredivisie. Sindsdien kende Nijmeegs trots wisselend succes (soms volgden de degradaties en promoties elkaar in rap tempo op), maar de naam N.E.C. werd hoe dan ook een vaste waarde in het nationale voetbal, met bekende spelers als Jan Peters en Frans Thijssen. In die tijd, de vroege jaren zeventig, trokken gemiddeld wel 18.000 toeschouwers naar De Goffert. Vier keer bereikte N.E.C. de bekerfinale (1973, 1983, 1994, 2000) en even vaak werd die wedstrijd verloren. Een hoogst enkele keer betrad N.E.C. zelfs het Europese podium.

Duik in de geschiedenis van de oudste stad van Nederland. Want Nijmegen heeft veel verhalen te vertellen. Benieuwd? Je leest het allemaal in de historische tijdlijn.  

Dit vind je misschien ook leuk