Het verhaal van de Peemankeetjes
Het begon allemaal met de kiosk in het Hunnerpark. Die is al een tijd dicht en lijkt niemand meer toe te behoren. Een gemiste kans, dachten we — want wat ooit begon als een charmant oud tramhuisje was jarenlang een geliefde plek voor koffie, ijs en uitzicht over de Waal. We vroegen ons af wat er met de kiosk was gebeurd — en stuitten onverwacht op een ander stukje Nijmeegse geschiedenis.
Het Peeman-keetje
Wie wat dieper graaft in de geschiedenis van het Hunnerpark, komt al snel uit bij het Peeman-keetje. Een klein houten gebouwtje dat jarenlang dienstdeed als kiosk, nog vóór het tramhuisje die functie overnam. Hier konden wandelaars terecht voor een ijsje, een kop koffie of een praatje midden in het groen.
De naam verwijst naar de familie Peeman, die al meer dan een eeuw actief was in de Nijmeegse catering. Het verhaal begint rond 1900, toen een Haagse limonadefabrikant, Van Keeken, een netwerk van kiosken had in steden als Rotterdam, Nijmegen en Den Haag. Na een faillissement — deels door twijfelachtige praktijken rond bronwater — nam Jan Aart Peeman, overgrootvader van Erik Jansen, het Nijmeegse distributienetwerk over. Zo kwamen de kiosken in Nijmegen onder Peemans naam te staan.
Om afstand te nemen van het dubieuze verleden van Van Keeken, werd op alle zijden van de kiosken groot en duidelijk “Peeman” gezet. Dat werkte: de keetjes kregen al snel de bijnaam ‘Peemankeetjes’ en werden een bekend stadsbeeld. Het was bovendien een slimme marketingzet: de kiosken stonden op prominente plekken zoals bij de Oranjesingels. Wie met een koetsje de stad uitreed, kwam bijna altijd langs zo’n keetje — een perfect moment voor een verkoelend drankje.
Helaas zijn de keetjes in de loop der jaren verdwenen; ze bestaan al ruim zestig jaar niet meer, maar het verhaal leeft voort in plekken zoals het Hunnerpark, waar ooit een Peemankeetje naast het tramhuisje stond.
Uiterlijk en functie van de Peemankeetjes
De Peemankeetjes waren klein maar opvallend, elk met zijn eigen karakter en aangepast aan de omgeving. Kleur speelde een belangrijke rol: sommige keetjes waren roestbruin, andere juist groen om op te gaan in de natuur. In de stad pasten de kleuren meer bij de huizen, zodat ze niet storend waren.
Het houten keetje zelf was zorgvuldig ontworpen, met opvallende daken en op alle vier zijden groot het woord “Peeman”. De functie was duidelijk: een plek voor een verfrissend drankje of een snelle snack. Bezoekers konden er terecht voor ijsjes, limonade, snoep en drop, en zelfs voor rookwaren.
De Peemankeetjes hadden ook een bijzondere status in de stad. Terwijl andere handelaars volgens de sluitingstijden hun deuren moesten sluiten, mochten de Peemankeetjes vaak langer openblijven. Dat maakte ze tot een populaire ontmoetingsplek, ook ‘s avonds: er was altijd aanloop van mensen die genoten van een ijsje of een praatje na een wandeling of een ritje door de stad.
Door de jaren heen veranderden de keetjes: eerst fraai en opvallend, later door sommigen gezien als een doorn in het oog. Toch blijven ze in de herinnering van Nijmegenaren vooral een charmant en vertrouwd stadsbeeld, waar een klein houten keetje midden in de natuur of tussen de huizen het verschil maakte.
Het verdwijnen van de Peemankeetjes
In hun hoogtijdagen stonden er ongeveer tien Peemankeetjes verspreid door de stad. Maar gaandeweg verdwenen ze één voor één. Daar waren verschillende redenen voor. Ten eerste kwam de opkomst van de auto: straten als de Oranjesingel en het Keizer Karelplein waren oorspronkelijk bedoeld voor paard en wagen, maar kregen steeds meer rijstroken voor auto’s. De kleine houten keetjes stonden letterlijk in de weg.
Daarnaast speelde de veranderende maatschappij een rol. Tijdens en na de oorlog raakten veel keetjes flink beschadigd, en met de Amerikaanse invloed werd sigarettenverkoop populair — helaas ook een reden dat de keetjes makkelijker doelwit werden voor inbraak. Verder veranderden de openingstijden van winkels en supermarkten; vroeger sloot een supermarkt om 18:00 uur, waardoor het keetje ‘s avonds de enige plek was voor een snack of drankje. Toen supermarkten langer openbleven, verdween langzaam de vraag naar de kleine kiosken. De Peemankeetjes waren simpelweg te kleinschalig, met een beperkt assortiment, en konden niet concurreren met de nieuwe winkels.
Naam en nalatenschap
Hoewel de fysieke keetjes verdwenen, bleef de naam ‘Peemankeetje’ hangen. Toen het Peemankeetje in het Hunnerpark werd opgeheven, nam het oude tramhuisje de functie over, maar het verhaal en de bijnaam leefden voort. Ook andere plekken in Nijmegen droegen de naam: het elektrische tijdshuisje aan de Groesbeekseweg werd soms nog een Peemankeetje genoemd, en zelfs in het ziekenhuis reed een klein karretje rond met snoepjes voor patiënten — een rijdende Peemankeet.
Ook bleef er één bijzonder exemplaar bewaard: het keetje van de Willemsweg, op de hoek bij de Graafseweg. In 1985 raakte het zwaar beschadigd bij een vrachtwagenongeval, waardoor er weinig meer overbleef dan een stapel planken en herinneringen.
De ouders van Erik Jansen, die altijd belangstelling hebben gehouden voor de geschiedenis van de Peeman-familie, besloten het keetje niet verloren te laten gaan. Ze kochten de brokstukken op en lieten ze vervoeren naar hun woning — toevallig ook het voormalige huis van Jan Aart Peeman zelf. Daar zetten ze het, plank voor plank, opnieuw in elkaar. In hun achtertuin verrees zo het laatste originele Peemankeetje van Nijmegen, zorgvuldig gerestaureerd. Zo bleef de herinnering aan de Peeman-keetjes ingeburgerd in Nijmegen, een charmant stukje stadsgeschiedenis dat nog steeds bij veel inwoners bekend is.
Meer weten? Bekijk de website: peemankeetje.nl
Fotografie: Robert de Zwart