Filmimpressie: Sinners – Dans met de duivel en hij zoekt je thuis op

| Thomas Wijsman

Het is 1932, Mississippi. De beruchte Ku Klux Klan-beweging, doordrenkt van wit superioriteitsdenken en berucht om haar extreme geweld tegen de zwarte gemeenschap in de VS, voert een schrikbewind. Hierdoor leeft de zwarte gemeenschap onder voortdurende dreiging van geweld en onderdrukking. In deze sociaal beladen context situeert regisseur Ryan Coogler zijn nieuwste film Sinners – een opmerkelijke combinatie van een antiracismeverhaal, sociaal drama en metaforische vampierfilm, verteld met relativerende humor en volgestopt met bezielde bluesmuziek. De film is nu te zien in LUX

'Mijn zoon is een zondaar'

De film opent met een krachtig beeld. Een Afro-Amerikaanse jongeman, Sammy (Miles Caton), arriveert bij een klein kerkje met wat ooit een gitaar was onder de arm. Met trage tred stapt hij naar binnen, duidelijk verslagen. Binnen wacht hem allerminst een warm welkom. Zich richtend tot de kerkbezoekers spreekt de dominee hem vanaf de kansel hardvochtig toe. “Mijn zoon is een zondaar”, klinkt het luid door de kerk. Sammy is bluesmuzikant, en in de ogen de dominee, zijn vader, is hij daarmee een verloren ziel, een zondaar, gevallen voor wereldse verleidingen. De toon is gezet: de zwarte gemeenschap is met geweld gedwongen tot een bestaan aan de rand van de samenleving. De rol van de protestantse kerk is om de leden van de Afro-Amerikaanse gemeenschap hun achtergrond te laten afzweren, waarbij de bluesmuziek symbool staat voor die achtergrond, en hen te disciplineren tot een bestaan volgens de witte norm.

Juke joint

Dan springt het verhaal terug naar de dag ervoor, en de rest van de film speelt zich af op die ene dag, zoals ook het geval was bij Cooglers film Fruitvale Station uit 2013. We maken kennis met Smoke en Stack (dubbelrol van Michael B. Jordan), twee zwierige ooms van Sammy die ooit naar Chicago trokken en rijk werden in de maffia van de meedogenloze gangster Al Capone. Nu keren ze terug naar hun geboortestad in de staat Mississippi, waar ze een oude zagerij omtoveren tot een bruisende ‘juke joint’. In die tijd waren dit soort gelegenheden het kloppend hart van Afro-Amerikaanse gemeenschappen: plekken om te dansen, drinken, gokken… en vooral jezelf te zijn. Smoke en Stack verliezen geen tijd en beginnen razendsnel van alles te regelen: inrichting, eten en drank, en een deurwacht om de racistische witten buiten te houden. Als de avond begint, is alles tiptop voorbereid en barst het openingsfeest los.

Wit racisme in de gedaante van vampiers

Maar halverwege de film kondigt een hallucinante scène een ontregeling aan.  De juke joint is plots gevuld met extatisch hedendaags danspubliek. Sammy bespeelt zo vurig de gitaar dat het dak vlamvat, waarna de hele tent afbrandt – een indrukwekkend visueel schouwspel.

Deze fantasy-scène markeert een genrewisseling. De vertelling over racisme, verweven met sociaal drama, gaat over in een metaforische vampierfilm. Een witte jongeman, Remmick (Jack O'Connell), meldt zich bij de deur van de juke joint. Deze leider van een wit folkgroepje laat zich niet wegsturen en met zijn groepje begint hij voor de deur traditionele Ierse folk-liederen te zingen. Vervolgens probeert hij met mooie praatjes toch toegang te krijgen. Hij is niet zomaar een bezoeker, maar staat symbool voor het naderende kwaad: wit racisme in de gedaante van vampiers. De waarschuwing klonk al eerder: “You keep dancing with the devil, one day he’s gonna follow you home”, en nu is het kwaad daar. En dat kwaad slaat in volle omvang toe, tot het de strijd verliest door het opkomend zonlicht, de grootste zwakte van vampiers. Aan het eind van de film is er ook nog een vuurgevecht wanneer de twins en hun mannen worden aangevallen door een groep KKK-leden. Hiermee keert het kwaad in zijn reële gedaante terug – en wordt verslagen.  

Cooglers liefdesbrief aan de cinema

Dit tweede deel van de film is ver over de top, wat een bewuste keuze van Coogler moet zijn geweest. Lees maar wat hij in de persinformatie vertelt over zijn jeugdherinneringen aan bioscoopbezoeken: “Mijn eerste herinneringen aan films waren dat ik in een donkere zaal zat, vol vreemden, en doodsbang voor wat er op het scherm gebeurde. Dat gevoel van samenzijn met anderen, de eensgezindheid, de verschrikking en verrukking gaven me een thuisgevoel”. Sinners is te zien als zijn uitdrukking van die collectieve ervaring van verrukking en verschrikking, gedeeld met een zaal vol onbekenden, die hij vanaf zijn jeugd bij zich draagt. Dat verklaart het over-de-topkarakter van het vampiergedeelte: jeugdherinneringen dragen immers vaak een extra intensiteit met zich mee.

Visueel sterk, blues ademend

Coogler houdt het tempo hoog. De cameravoering is strak, de beelden visueel sterk, het sounddesign sluit naadloos aan op de beelden, en bevat subtiele humor die het grimmige verhaal verzacht. Bovendien wist de regisseur een prima cast samen te brengen die de personages overtuigend weet te vertolken. De regisseur speelt met de tijd. Vampiers komen met hun eeuwige leven uit een ver verleden en de fantasy-scène katapulteert je voor even naar de huidige tijd, terwijl het eigenlijke verhaal in 1932 speelt. Bluesliefhebbers worden goed bediend: de film ‘ademt’ blues, perfect passend bij de beelden en de sfeer van het verhaal.

Toch kent Sinners ook zijn zwaktes. Het vampiergedeelte is lang uitgesponnen, en de overgang van sociaal-realistisch drama naar fantasierijke horror had wat soepeler gemogen om het geheel meer eenheid te geven. Nu voelt het een beetje als twee verhalen in één.

Oordeel zelf

Is de film een meesterwerk of eerder een gekunstelde mix van filmgenres? Misschien wel allebei. Maar wat het zeker is: origineel, onvoorspelbaar en doordrenkt van liefde voor muziek én cinema. De filmrecensies zijn ondanks enkele kritische kanttekeningen zeer positief. Ga kijken, en oordeel vooral zelf.  

Ben jij benieuwd naar de speeltijden van de film Sinners in LUX? Check dan hun filmagenda.

Dit vind je misschien ook leuk...