De stem van Nijmegen: interview met stadsdichter Heidi Koren

| Myrthe Meines

Met gepaste trots nam Heidi Koren eind januari het stokje over van voormalig stadsdichter Wout Waanders. Naast dichter is ze ook prozaschrijver, blogger, docent en moeder. Zo kan ze zich op allerlei manieren uitdrukken, voor ieder publiek. Ze vertelt over haar opleiding en carrière, de kunst van het schrijven en kunst doceren.

Heidi heeft onze fotograaf Edwin en mij uitgenodigd bij haar thuis. Haar inrichting sluit goed aan op het beeld van een schrijver: de muren zijn gevuld met boekenplanken. Ook hangen overal foto’s en posters en ze heeft verschillende zithoekjes gemaakt. Heidi vertelt dat ze heel blij is met haar plekje: ze woont dicht bij de stad én op vijf minuten afstand van de Waal. Haar waardering voor Nijmegen is groot: “Het was liefde op het eerste gezicht!”

Schrijver voor iedereen

“Koren: Goed verteerbare teksten”, dat is de slogan van Heidi’s website. In eerste instantie is het een woordgrap, maar het zegt ook veel over haar schrijfstijl. “Volgens mij is mijn werk leesbaar voor iedereen, omdat ik een makkelijke pen heb. Ik ben niet van de mooie schrijverij of moeilijke woorden,” verklaart ze.

Het werk van Heidi neemt verschillende vormen aan: van gedichten tot blogs en artikelen, en van korte verhalen tot hele romans. “Voor mij is die afwisseling van schrijfvormen erg logisch. Ik stel mezelf altijd de vraag: welk medium leent zich voor dit verhaal?” Op dit moment is Heidi bezig met het schrijven van haar tweede roman. Haar volle en diverse leven botst nog weleens met het langdurige schrijfproces: “Ik moet eigenlijk gewoon in een hutje op de hei zitten, met niemand om me heen en geen telefoon.”

De taak van een kunstenaar

Tot nu toe heeft Heidi drie stadsgedichten gemaakt. Bij de aankondiging van haar stadsdichterschap maakte ze het gedicht Deze stad laat zich niet verlaten, over Nijmegen in tijden van een pandemie. Ook schreef ze gedichten bij het hoogwater en bij de uitzetting van Jacob en Tina. Een petitie en verschillende initiatieven zorgden ervoor dat het nieuws over de uitzetting van moeder en zoon in heel Nederland bekend werd. Ook Heidi heeft een initiatief gestart: “Ik heb er een gedicht over geschreven en Frank Kouws heeft er een filmpje bijgemaakt. Die hebben we gepost met een link naar de petitie.” Uiteindelijk hebben alle beetjes geholpen, en nu mogen Jacob en Tina blijven.

Heidi neemt haar taak als stadsdichter erg serieus: “Ik voel me betrokken bij Nijmegen. Als er dingen spelen, is het aan mij als stadsdichter om daar geluid aan te geven. Ik wil de stad vertegenwoordigen, middels poëzie en kunst.” Kunstenaars hebben volgens Heidi een belangrijke rol te vervullen binnen de maatschappij, want ze kunnen andere perspectieven en inzichten bieden. “Door de alternatieve kijk van de kunstenaar, wordt het gesprek anders gevoerd. Iedereen loopt hetzelfde pad, en dat creëert een bepaalde volgzaamheid. We hebben  creatievelingen nodig om andere mogelijkheden te verkennen.” Zo ziet Heidi haar rol als stadsdichter.

Wat kán je later worden?

Op mijn vraag: “Wist je altijd al dat je schrijver wilde worden?” antwoordt Heidi: “Ik wist eigenlijk nooit dat ik schrijver kón worden. Ik schreef altijd al, maar opleidingen als Creative Writing bestonden niet toen ik klaar was met de middelbare school. Ik kom ook uit een ontzettend niet-cultureel gezin. Ik denk dat het moeilijk is om dit soort mogelijkheden te ontdekken als je dat niet van huis uit hebt meegekregen.” Ze volgde eindelijk haar passie, maar ze was 35 toen ze begon aan de Schrijversvakschool in Amsterdam, toen ze al een baan en kinderen had. “Dat betekent ’s nachts en ’s avonds schrijven, en in het weekend naar de opleiding. Je moet het verdomd graag willen.”

Haar opleiding aan de schrijversvakschool vond Heidi geweldig, maar vroeger vond ze school vreselijk. “De vakschool was voor mij de eerste keer dat ik leren leuk vond. Ik realiseerde me dat het natuurlijk wel leuk is als je kan doen wat je daadwerkelijk interesseert.” Haar grote passie voor literatuur bleef zich ontwikkelen, want nu kon ze hier de hele dag mee bezig zijn. “Literatuur, daar kun je me voor wakker maken. Ik heb zoveel motivatie dat ik weleens denk: straks doe ik de kunstacademie er gewoon nog achteraan!”

Eigen regels opschrijven én maken

Al tien jaar lang werkt Heidi als freelance poëziedocent, waar ze haar passie voor kunst goed over kan brengen. “Kinderen denken bij poëzie ofwel aan sinterklaasgedichten of juist een hoop ingewikkelde rijmelarij, wat ver buiten hun eigen beleving ligt.” Leerlingen zien kunst soms als ontoegankelijk en hoogstaand, want “Cultuur, dat is toch opera?”. Heidi heeft als doel om hier verandering in te brengen: “Ik laat de kinderen ervaren dat poëzie helemaal niet moeilijk hoeft te zijn. Dan begrijpen ze ineens dat poëzie overal is, misschien zelfs in de songteksten die ze luisteren.”

Aan de hand van dit soort voorbeelden gaan de leerlingen zelf ook aan de slag met dichtregels schrijven. En hier krijgen ze alle vrijheid: “Je eigen woorden geven aan wat je ervaart of wat je meemaakt.” Van de taal die leerlingen onderling met elkaar spreken, mogen de leerlingen gedichten maken. “Dat is juist wat ik zo tof vind aan poëzie: je maakt zelf de regels. Hoe fijn is dat? Op een gegeven moment begrijpen ze: ‘Wacht eens even, ik mag ook vieze woorden zeggen in een gedicht of whatsapp afkortingen gebruiken, en de juf gaat ook niet zeuren over schrijffouten’, dan ontstaat er ineens een hele ruimte.”

De kunst van educatie

Volgens Heidi gaat deze mentaliteit veel verder dan het doceren van kunst: “We hebben in ons onderwijs een stapje overgeslagen. De docent zit vast aan alle methodieken, waardoor het risico bestaat dat diegene vergeet om te kijken wat er echt speelt in de klas. Wat ontstaat er nou als we alle regels en opdrachten aan de kant gooien?” Heidi geeft steeds een blok poëzieles, maar dat is niet genoeg: “Het gaat om een levenshouding.” Ze is nu bezig met een master in Kunsteducatie om scholen te helpen met het integreren van kunsteducatie. “Door deze master leer ik van bovenaf denken, het draait hier om het ontwikkelen van een visie in plaats van een serie losstaande lessen.” De ideale uitkomst van kunsteducatie is volgens Heidi dat leerlingen hun eigen persoonlijkheid ontdekken en ontwikkelen.

Wil je graag meer van Heidi Koren lezen en horen? Op 30 mei is ze te gast in Het Blauwe Uur in het Afrika Museum. Daarnaast zijn haar nieuwste blogs te lezen op haar website.

Fotografie: Edwin Smits

Dit vind je misschien ook leuk