Canon van Nijmegen: Sloop van de burcht, Nijmegen verliest zijn 'kroon en sieraad'

Nijmegen bulkt van de historische verhalen. Over kopstukken en gewone lieden, wijken en politieke gebeurtenissen. In de Canon van Nijmegen zijn de belangrijkste verhalen over Nijmegen geselecteerd. Een van die verhalen gaat over de sloop van Nijmeegs 'kroon en sieraad'. In september van 1795, ‘het eerste jaar der Bataafsche vrijheid’, nam de Gelderse Landdag het besluit de in verval verkerende Valkhofburcht, formeel provinciaal eigendom, te slopen. Nijmegen protesteerde heftig, maar zonder resultaat.

1795: van verval tot sloop

De burcht bood in die tijd een aanblik van verwaarlozing en uitwoning. Talloze verbouwingen in voorbije eeuwen hadden het oorspronkelijke karakter aangetast. De muren en fundamenten, die nog dateerden uit de tijd van keizer Frederik Barbarossa (de twaalfde eeuw), waren vervaardigd van tufsteen. In gemalen toestand was dit materiaal, tras geheten, een kostbare grondstof bij het bereiden van metselspecie. Muren en fundamenten waren om die reden al deels weggebroken. Wat er nog stond, vertoonde gevaarlijke scheuren. In 1786-1787 had stadhouder Willem V met zijn gezin als laatste vorst op de burcht gewoond. Om hem een passend onderkomen te bieden, had het interieur van de burcht toen nog een opknapbeurt gekregen. Maar nu zouden onderhoud en herstel van de burcht onnodig geldverslindend zijn, zo meende een meerderheid van de Gelderse Landdag in 1795, terwijl verkoop van de tufsteen juist geld in het laatje zou brengen.


Een schilderij van Jan van Goyen voorstellende de Valkhofburcht.

Nijmegen keerde zich fel, maar tevergeefs tegen de sloop. Het Valkhof maakte weliswaar geen deel uit van de stad, het was voor de burgerij zelfs verboden terrein, maar de burcht gold wel als het symbool van de eeuwenoude soevereine status van de voormalige rijksstad. Nijmegen bracht historische argumenten in en verwees naar de Romeinen, de Noormannen, Karel de Grote, Frederik Barbarossa – alles in de hoop de burcht met zijn ‘onzachlijk dikke ringmuuren’ voor verwoesting te behoeden.

'Een vloed aan traanen'

De provincie zette echter door. Niet toevallig drongen de regenten van Arnhem, Tiel, Zutphen en Harderwijk aan op sloop van het Valkhof. De burcht herinnerde deze jaloerse zustersteden te veel aan de bijzondere positie van Nijmegen – voor hen kwam de revolutionaire trits ‘vrijheid, gelijkheid, broederschap’ niet ongelegen. Slechts de Nicolaaskapel mocht blijven staan; de Maartenskapel veranderde in een ruïne. De opbrengst van de verkochte tufsteen vloeide in de provinciale kas; Nijmegen ontving geen cent.


Maartenskapel in het Valkhofpark

Geen wonder dus dat aan de ogen van dr. Schonck, rector van de Latijnse school te Nijmegen, ‘een vloed van traanen’ ontsprong toen hij in 1795 voor het eerst de ‘schorre donderslagen’ aanhoorde van de ‘staalen mokers’ die de monumentale Valkhofburcht tot puin sloegen. Met hem treurden vele anderen over het verlies van de ‘door oudheid zoo beroemde en achtbare Rijksburgt, ’t welk Nijmegen, met het hoogste recht, haare Kroon en Sieraad noemen mogt’.

Duik in de geschiedenis van de oudste stad van Nederland. Want Nijmegen heeft veel verhalen te vertellen. Benieuwd? Je leest het allemaal in de historische tijdlijn.  

Dit vind je misschien ook leuk