Canon van Nijmegen: Garnizoensstad – Kazernes en soldaten

Nijmegen bulkt van de historische verhalen. Over kopstukken en gewone lieden, wijken en politieke gebeurtenissen. In de Canon van Nijmegen zijn de belangrijkste verhalen over Nijmegen geselecteerd. Door zijn ligging aan de grens was Nijmegen eeuwenlang belangrijk geweest voor de verdediging van het land. Niet voor niets waren de vestingwerken rondom de stad zolang gehandhaafd. Binnen de vesting verbleven soldaten in tot kazernes omgebouwde woningen en kloosters.

Koloniale Reserve

De sloop van de stadswallen na 1876 had aanvankelijk geen gevolgen voor de soldatenverblijven in de binnenstad. De overlast die de aanwezigheid van militairen met zich meebracht, bleef bestaan. In 1891 kwam er zelfs een nieuwe groep militairen bij: de pas opgerichte Koloniale Reserve, bedoeld voor rekrutering en training van aanvullingstroepen voor het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (knil). Deze ‘kolonialen’ vonden onderdak aan de Papengas en het Valkhof. Acht jaar later werd in Nederland de persoonlijke dienstplicht ingevoerd. Dat betekende nóg meer soldaten die in de stad een onderkomen moesten vinden.

Moderne kazernes

Aan de gebrekkige huisvesting van militairen kwam een einde door de bouw van een aantal moderne kazernes, bij elkaar gelegen aan de rand van de stad. Als eerste werd in 1905 de Eerste Infanteriekazerne aan de Groesbeekseweg geopend, later omgedoopt tot Kraijenhoffkazerne naar de bekende Nijmeegse vestingbouwkundige baron C.R. T. Kraijenhoff. Een jaar later volgde de Tweede Infanteriekazerne aan de Gelderselaan; later Snijderskazerne genoemd, naar de Nederlandse opperbevelhebber tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Vertrek van de kolonialen

Vervolgens verruilde in 1911 de Koloniale Reserve haar uitgeleefde panden voor de nieuwe Prins Hendrikkazerne aan de Van ’t Santstraat. Deze kazerne, die over een eigen militaire sociëteit beschikte, was genoemd naar de echtgenoot van koningin Wilhelmina. De Koloniale Reserve bood in 1912 gastvrijheid aan een van de eerste vierdaagse wandelmarsen. Mede dankzij zijn gastvrijheid werd de stad in 1925 de vaste vertrek- en aankomstplaats van de Vierdaagse.

Burgerdeelnemers melden zich aan op de Prins Hendrik kazerne voor deelname aan de 19e Vierdaagse

 

Zo’n negentig jaar lang was het veertien hectare grote terrein tussen de spoorbrug, de Groesbeekseweg en de Gelderselaan een afgesloten kazernegebied. De stad en de soldaten gingen hun eigen weg. Gedurende de Tweede Wereldoorlog nam de Duitse bezetter de kazernes in beslag. Na de oorlog werden ze opnieuw door militairen in gebruik genomen. Het knil keerde terug naar de Prins Hendrikkazerne, maar de onafhankelijkheid van Indonesië maakte het koloniale leger al snel overbodig en in 1951 verlieten de ‘kolonialen’ de stad.

Luchtmacht en militaire opleidingen

Voortaan boden de drie kazernes onderdak aan de opleiding van de luchtmacht, vanaf 1961 onder de naam Luchtmacht Instructie en Militaire Opleidingen School (limos). Bezuinigingen bij Defensie en het opschorten van de militaire dienstplicht leidden in 1995 tot het vertrek van de luchtmachtopleiding naar Vliegbasis Woensdrecht. Dit betekende het einde van zo’n tweeduizend jaar militaire aanwezigheid in Nijmegen.

Duik in de geschiedenis van de oudste stad van Nederland. Want Nijmegen heeft veel verhalen te vertellen. Benieuwd? Je leest het allemaal in de historische tijdlijn.  

Dit vind je misschien ook leuk...